A A A

Beste leden, deelnemers aan de Algemene Ledenraad Vergadering van de HVA.
Deze maand heeft de Woonbond de stelling geponeerd, ( Moeten corporaties weer verenigingen worden?) dit leek ons als huurdersvereniging een vraag die wij graag met onze ALV vergadering wilden bespreken. Daarom hebben wij de stelling “voor” van Jan de Kraker, en de stelling “tegen” van Piet van Tilburg, op de Algemene Leden Vergadering van 20 juni 2013 aan onze leden voorgelegd.


Is het gezien de ontwikkelingen van de afgelopen tijd in corporatieland noodzakelijk om het roer om te gooien?.
Wij hebben daar een duidelijk antwoord op gekregen, de vorm waarin de huidige corporaties moeten voortbestaan is volgens de leden niet zo belangrijk. Wat wel belangrijk is, is dat de invloed die uitgeoefend kan worden op de corporatie beduidend verbeterd zal moeten worden.
b.v. het momenteel in de overlegwet geregelde advies recht voor bepaalde zaken, zou vervangen moeten worden door een” instemmingsrecht” waardoor invloed, betrokkenheid en verantwoording van huurders geen vrijblijvende zaak meer is maar er voor zorgt dat verantwoordelijkheden bij beide partijen enorm word aangescherpt.
Wij als HVA kunnen ons hier uitstekend in vinden en zullen dit binnen de koepelorganisatie SHY dan ook zeer zeker ter spraken brengen.
.De Stelling:
Moeten corporaties weer verenigingen worden? De parlementaire enquête Woningcorporaties gaat juli dit jaar van start. De centrale onderzoeksvraag is: ‘Functioneert het woningcorporatiestelsel adequaat in termen van legitimiteit, doeltreffendheid, doelmatigheid en controleerbaarheid? En is het naar aanleiding van dit functioneren nodig het stelsel te wijzigen?’
Als onderdeel van de discussie wordt nogal eens verwezen naar vroeger, toen de meeste woningcorporaties nog verenigingen waren. Huurders waren lid van hun woningbouwvereniging en hadden via de ledenvergadering ook invloed op het beleid. Er gaan wel stemmen op om de omzetting van de verenigingen in stichtingen weer terug te draaien.

In lijn met die discussie luidt deze maand de stelling:

Woningcorporaties moeten weer verenigingen worden.

Wat vindt u? We zijn benieuwd naar uw mening en uw eventuele toelichting. Lees hieronder ook de mening van een voor- en een tegenstander van deze stelling. Allebei huurders die actief betrokken zijn hun woningcorporatie. De één als voorzitter van de concernparticipatieraad, de ander als voorzitter van de ledenraad.

Oneens: ‘Stichtingsvorm niet terugdraaien’
Jan de Kraker, voorzitter Concernparticipatieraad Woonbron, is het niet met de stelling eens. Hij heeft de ervaring dat huurders juist meer te vertellen kregen toen corporaties stichtingen werden en er een Overlegwet kwam.Oneens met stelling
‘Ik stond altijd op het standpunt dat een vereniging democratischer is. Maar nee, je hebt pas wat te vertellen als je bevoegdheden hebt. Onze woningcorporatie is 17 jaar geleden een stichting geworden. Daarvoor was het een vereniging en daarin heb ik ook nog 10 jaar als actief lid meegedraaid. Ik spreek dus uit ervaring.En ik moet zeggen dat op het moment dat de woningbouwvereniging veranderde in een stichting, wij als huurders meer rechten kregen en meer zeggenschap. Dat was grotendeels te danken aan de Wet op het overleg huurders verhuurder (Overlegwet). Daardoor kregen wij ineens een forse invloed die we voorheen niet hadden. Dat gebeurde in een tijd dat het eigenlijk algemeen gebruik was dat de woningbouwverenigingen werden omgezet in stichtingen. Wij waren daar blij mee, want de mentaliteit van ons verenigingsbestuur was niet zo prettig. De Overlegwet gaf ons juist bevoegdheden.Ik geloof niet dat het zin zou hebben om dat nu weer terug te draaien en er verenigingen van te maken. Ik merk al zo’n 15 à 20 jaar dat de belangstelling voor de woningbouwcorporaties fors terugloopt. Vroeger voelden mensen zich verbonden met een vereniging. Dat is nu niet meer zo. Ik heb er ook geen vertrouwen in dat dat terug zou komen.’

Eens: ‘Door huurders gekozen ledenraad werkt’

Piet van Tilburg, voorzitter ledenraad Laurentius, ziet juist wel de voordelen van de verenigingsstructuur. Als ledenraad heb je directe zeggenschap. Bovendien kan de ledenraad evenwicht brengen tussen de raad van commissarissen en de directeur-bestuurder.

Eens met stelling
”Woningcorporaties moeten zich richten op de sociale huursector en misschien in het segment net daarboven. Ze moeten geen projectontwikkelaars worden.
Bij een stichtingsvorm hebben de raad van bestuur en de raad van commissarissen alle macht. Zij bepalen het beleid en voeren het uit. Dan kan het uit de hand lopen. Dat hebben we gezien bij Vestia en Woonbron. Als de woningcorporatie een vereniging is, moeten de bestuurders en commissarissen het beleid samen met een ledenraad bepalen. Op zich kan er dan ook wat mis gaan; onze voormalige directeur-bestuurder is nu onderwerp van strafrechtelijk onderzoek vanwege fraude. Net als iedereen hadden wij daar als ledenraad helemaal geen vermoedens van.

Onze ledenraad bestaat uit dertig huurders die gekozen zijn en elke wijk heeft een bepaald aantal zetels in de ledenraad. We houden elk jaar verkiezingen. Uit die 30 huurders wordt dan ook een dagelijks bestuur van de ledenraad gekozen. Die onderhoudt de contacten met de bestuurders en commissarissen van Laurentius.

Wij hebben als ledenraad directe zeggenschap. Bovendien hebben wij het mandaat om alle commissarissen, dus niet alleen de huurderscommissaris, te benoemen en te ontslaan. Een ander heel belangrijk voordeel van de verenigingsstructuur is het evenwicht dat een ledenraad kan brengen tussen een raad van commissarissen en de directeur-bestuurder. Vaak zit er een spanningsveld tussen die twee.

Een huurdersorganisatie staat buiten de corporatie en heeft alleen het recht van advies op basis van de Overlegwet. Zo’n advies kan makkelijk terzijde worden geschoven. Ik denk wel dat het van belang is om een gestructureerde gekozen ledenraad te hebben met een dagelijks bestuur. Je wilt niet opgescheept zitten met een algemene ledenvergadering die gekaapt kan worden door een schreeuwlelijkerd.’